Fragmenten uit het boek


En mijn moeder wist nog van niets

Mijn negentigjarige moeder ging hard achteruit. Altijd was ze flink geweest, maar nu niet meer. Ze was angstig om haar toenemende vergeetachtigheid. Ze sprak daar niet over je voelde het.

Ik nodigde haar uit om een dagje bij ons te komen met mijn zus en zwager bij. Zij zouden mijn moeder vanuit Groningen in Assen ophalen en later weer thuisbrengen. Ik moest haar mijn situatie uitleggen en ik wilde dat doen tijdens een etentje. Het was een zonnige dag. We besloten in de tuin te eten. Ik had merengue gemaakt. Daar hield mijn moeder van. Mijn moeder had haar mooiste mantelpakje aan. Ze had zich echt op een bezoek aan ons voorbereid.

Mama,’ begon ik, ‘ik moet je iets vertellen. Ik vind dat moeilijk, maar je moet het weten. Ik heb een tumor aan de onderkant van mijn tong. Ik ben onlangs geopereerd. De chirurg heeft geprobeerd de tumor weg te halen. Dat is niet goed gelukt. Nu moet ik bestraald worden. Dat gebeurt in Rotterdam.’

Tot mijn grote verbazing reageerde mijn moeder mat. Ze zei: ‘Ja kind, ik vermoedde al zoiets. Ik vond dat je zo moeilijk at.’ Einde gesprek. Ze wilde er verder niet over praten. Haar reactie verwarde mij. Snapte ze wat ik haar had verteld? Deed het haar niets? Ik had gedacht dat ik haar moest opvangen en troosten. Dit was vreemd.

Mijn zus belde mij diezelfde avond op. Op de terugweg in de auto was tot mijn moeder doorgedrongen wat er met mij aan de hand was. Zij was geschokt. Zij verweet me dat ik haar had overvallen door haar te vertellen dat ik kanker had. Zij kon het niet geloven; een kind van haar dat bovendien zo gezond was. ‘Ik kan er met mijn verstand niet bij.’ Uitleg en herhaling hielpen niet. Zij bleef steeds dezelfde vragen stellen; ze kon er echt met haar verstand niet meer bij. Van haar vriendin en mijn zussen hoorde ik dat zij nachtenlang niet sliep. Ze was zo verdrietig en angstig.

Niet nalaten te koken

Bij de nabespreking van de slikvideo werd gezegd dat de resultaten van het onderzoek lieten zien dat ik waarschijnlijk levenslang afhankelijk zou zijn van een buiksonde. De boodschap drong met een klap tot mij door. Ik werd er stil van. Ik besefte dat gasten aan tafel uitnodigen nooit meer hetzelfde zou zijn. Wat ik klaarmaakte zou ik nooit zelf kunnen proeven en eten.’

Toch kon ik het niet nalaten om te koken!

Die levenslust herken ik van mijn moeder. Zij kon zeggen: “Ik ga vanavond iets lekkers klaarmaken, want mijn broer komt eten.” Dan stond ze aan het aanrecht te zingen. Ik ken die vreugde. De geur van gebakken uien! De opmaat tot veel verschillende gerechten. Terwijl ik kook luister ik naar muziek, meestal klassiek. Ik ben helemaal in mijn nopjes. Het vooruitzicht op een fijne avond onder familie of vrienden.